VERBOND DER BELGISCHE BEROEPSVERENIGINGEN VAN ARTSEN-SPECIALISTEN

COVID-19

OVERLEGFORUMS

Login

Artikel 10, § 4, : Speciale technische geneeskundige verstrekkingen - Algemene bepalingen: verwante verstrekkingen

In voege vanaf 13.3.2002 tenzij anders bepaald.

Interpretatieregels 1 tot 11 zijn van toepassing de dag van de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad (13.03.2002) en vervangen de tot op heden gepubliceerde interpretatieregels betreffende artikel 10 (Speciale technische medische verstrekkingen), met name de interpretatieregels gepubliceerd in de rubriek 201(02) van de interpretatieregels van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen.

 

 

INTERPRETATIEREGEL 01 [idem art 9 b), c), d), IR 6]

VRAAG

Welke verstrekkingen waarvoor de bekwaming van geneesheer-specialist voor gynecologie en verloskunde vereist is, die zijn opgenomen onder punt c) van artikel 9 van de nomenclatuur, mogen worden geattesteerd door een geneesheer-specialist voor heelkunde?

ANTWOORD

De verstrekkingen 424071 - 424082 tot 424233 - 424244 mogen worden geattesteerd door een geneesheer-specialist voor heelkunde.

 

INTERPRETATIEREGEL 2 (idem art 20g IR 1 + art 22 IR 1)

VRAAG

Wordt verstrekking nr. 291012 - 291023 Trepanatie van tibia N 200 vergoed, wanneer ze als verwante handeling wordt uitgevoerd door een geneesheer die erkend is als specialist voor fysische geneeskunde en revalidatie of voor fysiotherapie of voor reumatologie?

ANTWOORD

Er bestaat geen officiële lijst van verwante handelingen omdat die verstrekkingen te talrijk zijn en de voorwaarden waaronder ze mogen worden verricht, te verscheiden zijn. Het doel van die verwante handelingen is de geneesheer-specialist in staat te stellen zelf de onderzoekingen uit te voeren welke bijdragen tot de diagnose van een aandoening die tot zijn discipline behoort en hem de gelegenheid geven de behandelingen die specifiek tot zijn specialisme behoren, te vervolmaken door aanvullende of bijkomende therapieën.

Een bloedige heelkundige bewerking (in dit geval een ingreep op de beenderen) kan niet worden beschouwd als een met het specialisme fysische geneeskunde en revalidatie of fysiotherapie of met reumatologie verwante verstrekking.

 

INTERPRETATIEREGEL 3

VRAAG

Mag een kinderarts verstrekking nr. 254995 - 255006 Tonale of vocale audiometrie, met tracé K 18 aanrekenen voor de controle van de audiometrie met audiogram, bij kinderen die herstellen van otitis of die moeilijkheden hebben op school?

ANTWOORD

De audiometrie met audiogram mag niet worden beschouwd als een met kindergeneeskunde verwante verstrekking.

 

INTERPRETATIEREGEL 4

VRAAG

Mogen de vertebrale manipulaties worden beschouwd als verwant met het specialisme otorhinolaryngologie?

ATNWOORD

De vertebrale manipulaties mogen niet worden beschouwd als verwant met het specialisme otorhinolaryngologie.

 

INTERPRETATIEREGEL 5

VRAAG

Mogen de volgende verstrekkingen worden beschouwd als verwant met de neuropsychiatrie :

257655 - 257666 Fonetogram met grafiek K 21;

257670 - 257681 Stroboscopisch onderzoek van de trillingen van de stembanden K 5;

257692 - 257703 Elektroglottogram inclusief het eventueel referentiefonogram, met protocol en uittreksel uit de tracés K 10;

257714 - 257725 Sonogram, ongeacht het aantal tracés dat door verschillende filters is verkregen (grafische voorstelling van de verdeling van de geluidsenergie, van een spraakmonster, over het frequentiebereik in de tijd) protocol en tracés K 27,

258274 - 258285 Stroboscopisch onderzoek van de stembanden met een onbuigzaam optisch systeem of door fibroscopie, met of zonder registreren van de bewegingen met een camera en videorecorder K 40?

ANTWOORD

De verstrekkingen nrs. 257655 - 257666 Fonetogram met grafiek K 21, 257670 - 257681 Stroboscopisch onderzoek... K 5, 257692 - 257703 Elektroglottogram... K 10, 257714 - 257725 Sonogram ... K 27 en 258274 - 258285 Stroboscopisch onderzoek ... K 40 die diagnostische onderzoekingen zijn die de bekwaming van de geneesheer-specialist voor otorhinolaryngologie vereisen, mogen niet worden beschouwd als verstrekkingen die verwant zijn met de neuropsychiatrie.

 

INTERPRETATIEREGEL 6

VRAAG

Mogen de door een geneesheer-specialist voor fysische geneeskunde en voor revalidatie uitgevoerde verstrekkingen inzake klinische biologie als verwante verstrekkingen worden vergoed?

ANTWOORD

De verstrekkingen inzake klinische biologie die zijn gerangschikt in artikel 24 van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen, mogen niet worden beschouwd als verwant met het specialisme fysische geneeskunde en revalidatie.

 

INTERPRETATIEREGEL 7

VRAAG

Zijn de longfunctieproeven verwant met de anesthesiologie?

ANTWOORD

De functionele longproeven mogen niet worden beschouwd als verwant met de anesthesiologie.

 

INTERPRETATIEREGEL 8

VRAAG

Zijn de volgende proctologische verstrekkingen verwant met de inwendige geneeskunde:

244215 – 244226 Aarscerclage wegens rectumprolaps N 100

244252 – 244263 Extirpatie van een vreemd lichaam uit het rectum of van fecalomen onder algemene anesthesie N 40

244311 – 244322 Resectie langs natuurlijke weg van een tumor villosus uit het rectum (een dubbel van het anatomopathologisch onderzoek moet ter beschikking van de adviserend geneesheer worden gehouden) N 200

244355 - 244366 Verwijderen van goedaardige tumors of van poliepen van het rectum, inclusief de rectoscopie, per zitting N 50

244370 - 244381 Verwijderen van goedaardige tumors of van poliepen van het sigmoideum langs endoscopische weg, per zitting N 125

244436 - 244440 Heelkundige resectie van aarsfistel in of boven de sfincter, al dan niet gecombineerd met de behandeling door de tresmethode, in één of meer operatietijden N 250

244451 - 244462 Operatieve behandeling van aarsfistel onder de sfincter N 50

244495 – 244506 Resectie van aarskloof met sfincterotomie en neerhalen van het slijmvlies N 175

244510 - 244521 Resectie van aarskloof N 90

244532 - 244543 Aarsdilatatie onder algemene anesthesie, geïsoleerde verstrekking N 40

244554 - 244565 Radicale behandeling van hemorrhoïden die resectie, onderbinden van de pediculi en neerhalen van het slijmvlies omvat, ongeacht de aangewende techniek N 200.

244576 - 244580 Volledige behandeling van veelvuldige inwendige hemorrhoïden door diathermoresectie of heelkundige resectie N 125

244591 - 244602 Uitsnijden of diathermoresectie van een inwendig pak hemorrhoïden met aarsdilatatie N 75

244635 - 244646 Uitsnijden van een aarsabces, onder algemene anesthesie N 75

244473 - 244484 Fissurectomie met sfincterotomie N 125?

ANTWOORD

De genoemde verstrekkingen mogen niet worden beschouwd als verwant met de inwendige geneeskunde.

 

INTERPRETATIEREGEL 9

VRAAG 

VRAAG In een dienst voor gynecologie die verscheidene gynecologen telt, worden alle anatomopathologische onderzoekingen verricht door één van die geneesheren die niet is erkend voor anatomopathologie; gaat het in dat geval om verwante handelingen die door de verzekering worden vergoed?

ANTWOORD

Het begrip "verwantschap" zoals het wordt omschreven in artikel 32, § 3, van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen, beperkt de verwantschap tot de zieke die de geneesheer, in het kader van zijn eigen specialisme, zelf verzorgt.

 

INTERPRETATIEREGEL 10

VRAAG

Zijn de volgende verstrekkingen toegankelijk voor de geneesheer-specialist voor anesthesiologie, wanneer ze worden verricht buiten de narcose?

257294 - 257305 Bronchoscopie zonder afname voor biopsie en/of bronchoscopie met therapeutische aspiratie K 57

474051 - 474062 ** Femorale, jugulaire of longitudinale sinuspunctie bij kind jonger dan zeven jaar K 10 474191 - 474202 ** Punctie van slagader of ader na blootleggen van bloedvat bij kind jonger dan zeven jaar K 12

474250 - 474261 ** Maagcatheterisatie bij kind jonger dan zeven jaar K 8

474390 - 474401 Tracheale intubatie onder rechtstreekse laryngoscopie (buiten de narcose) bij de pasgeborene (tot de leeftijd van 15 dagen), inclusief de eventuele kunstmatige ademhaling die niet langer dan één uur duurt (mag niet worden gecumuleerd met de verstrekkingen nrs. 211013 - 211024 en 211035 - 211046 van het hoofdstuk reanimatie) K 51

474456 - 474460 Plaatsen van een navelcatheter bij de pasgeborene buiten de narcose, dat niet mag worden gecumuleerd met de exsanguinotransfusie K 18 474294 – 474305

 

** Intraveneuze perfusie bij kind, jonger dan zeven jaar K 15

ANTWOORD

Overeenkomstig de bepalingen van artikel 10, § 4, van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen mag de geneesheer-specialist voor anesthesiologie, de hiervoren vermelde verstrekkingen als verwante verstrekkingen attesteren wanneer hij ze verricht buiten de narcose. 

 

INTERPRETATIEREGEL 11

VRAAG

Mag de verstrekking 558795 - 558806 Revalidatiebehandeling die ten minste twee van de hierna vermelde technieken omvat, per zitting (revalidatie door beweging, hydrotherapie in zwembad, ergotherapie, psychomotoriek, elektrotherapie, oefeningen met prothesen en/of orthesen en/of complexe technische hulpmiddelen) K 15 worden geattesteerd door een geneesheer, specialist voor orthopedische heelkunde?

ANTWOORD

De therapeutische fysiotherapieverstrekkingen mogen door bepaalde zorgverleners (b.v. chirurgorthopedist) voor hun eigen patiënten als verwante verstrekkingen worden geattesteerd, met uitzondering van de verstrekkingen inzake multidisciplinaire revalidatie (558810 - 558821 K 30 en 558832 - 558843 K 60) die door de nomenclatuur worden voorbehouden voor de fysiotherapeut of de geneesheer, specialist voor revalidatie.

Wanneer de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen bepaalt dat : "de verstrekking nr 558633 - 558644 eveneens mag worden vergoed als ze wordt aangerekend door een geneesheer, specialist voor algemene heelkunde, door een geneesheer, specialist voor orthopedische heelkunde, of door een geneesheer, specialist voor reumatologie", wil ze de toegang tot de andere verstrekkingen van de nomenclatuur inzake fysiotherapie niet verbieden aan de geneesheer, specialist voor orthopedische heelkunde, maar wil ze verduidelijken dat de verstrekking 558633 - 558644 Aantonen en meten van atypische functionele dorsolumbale orthopedische rug- en gewrichtsklachten... K 50 beschouwd wordt als deel uitmakend van de nomenclatuur van de chirurg-orthopedist. Het probleem van de "connexiteit" rijst derhalve niet ten aanzien van de geneesheer, specialist voor orthopedische heelkunde voor die verstrekking.

Dat belet niet dat de connexiteitsregels (al dan niet) worden toegepast voor de andere fysiotherapie-verstrekkingen (met uitzondering van de verstrekkingen 558810 - 558821 K 30 en 558832 - 558843 K 60) die verricht worden door een geneesheer, specialist voor orthopedische heelkunde of een andere zorgverlener die geen fysiotherapeut is.

De geneesheer, specialist voor orthopedische heelkunde, mag voor zijn eigen zieken die hij in het kader van zijn specialisme verzorgt, de verstrekkingen van artikel 22, II a) Therapeutische verstrekkingen, aanrekenen, voorzover de voorwaarden betreffende de fysieke aanwezigheid die opgenomen zijn in artikel 1, § 4bis, II, B, 2, van de nomenclatuur vervuld zijn.

 

De verstrekking 558795 - 558806 Revalidatiebehandeling... K 15 mag bijgevolg door de geneesheer, specialist voor orthopedische heelkunde als een verwante verstrekking worden geattesteerd, voor zijn eigen patiënten die hij in behandeling heeft in het kader van zijn specialisme.

 

INTERPRETATIEREGEL 12 (opgeheven vanaf 01/01/2012 : B.S. 16/01/2012)

VRAAG

Mogen de verstrekkingen 229132 - 229143 Inplanten van elektroden in de hartholte langs intraveneuze weg en onderhuids plaatsen van de hartprikkelaar N 300 en 229176 - 229180 Vervangen van een onderhuidse hartprikkelaar of van een blijvende intracavitaire elektrode N 200 door een geneesheer-specialist voor cardiologie aangerekend worden?

ANTWOORD

De twee bovenvermelde prestaties mogen aangerekend worden door de geneesheer-specialist in cardiologie, voor zijn eigen patiënten die hij in behandeling heeft in het kader van zijn specialisme.

 

INTERPRETATIEREGEL 13 (in voege sinds 28 juni 2005)

VRAAG

Wie mag de verstrekkingen 239072 - 239083 Plaatsen van een intra-aortaal ballonnetje voor langdurige circulatie -assistentie... en 239094 - 239105 Wegnemen van het intra-aortaal ballonnetje voor contrapulsie... aanrekenen?

ANTWOORD

De hierboven vermelde verstrekkingen zijn opgenomen in artikel - vaatheelkunde - van de nomenclatuur en mogen door een geneesheer - specialist voor heelkunde worden aangerekend.

Ze mogen ook als verwante verstrekkingen aangerekend worden, voor hun eigen patiënten die ze in behandeling hebben, door de andere geneesheren die toegang hebben tot de verstrekkingen 213010 - 213021 en 213032 - 213043 opgesomd in artikel 13, § 1, van de nomenclatuur.